soumyeah's avatar
soumyeah

April 26, 2022

0
zomervakantie

Dit jaar, ik heb heel plannen voor mijn zomervakantie. Ik zal mijn examen afmaken in Mei en ik zal mijn master beginnen in September. Tussen Mei en September, ik wil reizen, lezen, en oefenen nederlands. Voor reizen, ik zal in Italie zijn voor tien dagen met mijn vriend. Wij zullen Rome, Pompei, en Venice bezoeken. Dit trip is mijn eerste in Italie. Later, mijn moeder zal ons bezoeken. Ik ben heel blij voor dat. Ik hop dat dit zomer, ik zal tien boeken lezen. Ik hou heel van lezen.


Vocabulary:
de zomervakantie
afmaken (to finish)
oefenen (to practice)
bezoeken (to visit/to go see)

travelsummerdutchitaly
Corrections

Dit jaar, ik heb hik veel plannen voor mijn zomervakantie.

Verb is always in position two. 'Ik heb dit jaar ...' and 'Dit jaar heb ik ...' both would be fine.

Ik zalga mijn examen afmaken in Mei en ik zalga mijn master beginnen in September.

To indicate planning to do something in Dutch almost always 'gaan' is used. It can be used in combination with 'zal' mostly when used in a question. 'Zal ik mijn examen af gaan maken?'

Tussen Mei en September, ik wil ik reizen, lezen, en oefenen nNederlands oefenen.

Verb is always at position two in the main clause and at the end in a subordinate clause.

Voor reizen, ik zal in Italie zijnOp vakantie zal ik voor tien dagen met mijn vriend in Italië zijn.

Verb pos 2. In Dutch the standard order of the middle of the sentence ('voor tien dagen met mijn vriend in Italië') is always ordered: time, way, place. So time: 'voor tien dagen', way: 'met mijn vriend', place: 'in Italië'.

'Voor reizen' is not correct, you could say: 'met reizen' or 'tijdens de reis' but 'Op vakantie' sounds most natural in this case.

Wij zullegaan Rome, Pompei, en Venice bezoeken.

Dit trip is mijn eerste trip in Italieë.

In 'Italië' i and e are two different sounds (so not like the 'ie' in the word 'bier') to indicate this we put the dots on the e.

Later, zal mijn moeder zal ons bezoeken.

Verb pos 2

Ik ben heel blij voor datdaarmee.

Ik hoop dat dit zomer, ik zalik deze zomer tien boeken zal lezen.

Subordinate clause in dutch: first subject (ik) then middle (deze zomer tien boeken) than verbs (zal lezen)

Ik hou h(heel) veel van lezen.

Could also say 'ik lees graag'

Feedback

I hope you had a great summer vacation in Italy and read a lot :)

zomervakantie


Dit jaar, ik heb heel plannen voor mijn zomervakantie.


Dit jaar, ik heb hik veel plannen voor mijn zomervakantie.

Verb is always in position two. 'Ik heb dit jaar ...' and 'Dit jaar heb ik ...' both would be fine.

Ik zal mijn examen afmaken in Mei en ik zal mijn master beginnen in September.


Ik zalga mijn examen afmaken in Mei en ik zalga mijn master beginnen in September.

To indicate planning to do something in Dutch almost always 'gaan' is used. It can be used in combination with 'zal' mostly when used in a question. 'Zal ik mijn examen af gaan maken?'

Tussen Mei en September, ik wil reizen, lezen, en oefenen nederlands.


Tussen Mei en September, ik wil ik reizen, lezen, en oefenen nNederlands oefenen.

Verb is always at position two in the main clause and at the end in a subordinate clause.

Voor reizen, ik zal in Italie zijn voor tien dagen met mijn vriend.


Voor reizen, ik zal in Italie zijnOp vakantie zal ik voor tien dagen met mijn vriend in Italië zijn.

Verb pos 2. In Dutch the standard order of the middle of the sentence ('voor tien dagen met mijn vriend in Italië') is always ordered: time, way, place. So time: 'voor tien dagen', way: 'met mijn vriend', place: 'in Italië'. 'Voor reizen' is not correct, you could say: 'met reizen' or 'tijdens de reis' but 'Op vakantie' sounds most natural in this case.

Wij zullen Rome, Pompei, en Venice bezoeken.


Wij zullegaan Rome, Pompei, en Venice bezoeken.

Dit trip is mijn eerste in Italie.


Dit trip is mijn eerste trip in Italieë.

In 'Italië' i and e are two different sounds (so not like the 'ie' in the word 'bier') to indicate this we put the dots on the e.

Later, mijn moeder zal ons bezoeken.


Later, zal mijn moeder zal ons bezoeken.

Verb pos 2

Ik ben heel blij voor dat.


Ik ben heel blij voor datdaarmee.

Ik hop dat dit zomer, ik zal tien boeken lezen.


Ik hoop dat dit zomer, ik zalik deze zomer tien boeken zal lezen.

Subordinate clause in dutch: first subject (ik) then middle (deze zomer tien boeken) than verbs (zal lezen)

Ik hou heel van lezen.


Ik hou h(heel) veel van lezen.

Could also say 'ik lees graag'

You need LangCorrect Premium to access this feature.

Go Premium