Feb. 21, 2020
Woorden met 'trouw-'
Ik wil een dag trouwen. Ik ben nog niet getrouwd.
Vertrouw je me? Niet echt, ik mistrouw je.
De hond is trouw aan zijn baas.
Trouwens vind ik je nieuwe schonen lueke.
Woorden met 'trouw-'
Ik wil een dagooit trouwen.
Ik ben nog niet getrouwd.
Vertrouw je me?
Niet echt, ik misvertrouw je niet.
De hond is trouw aan zijn baas(je).
Trouwens, ik vind ik je nieuwe schoenen luekeeuk.
April 27, 2020
Niet echt, ik misvertrouw je niet.
Niet echt, ik wantrouw je. (Zou ook kunnen)
|
Woorden met 'trouw-' This sentence has been marked as perfect! |
|
Ik wil een dag trouwen. Ik wil |
|
Ik ben nog niet getrouwd. This sentence has been marked as perfect! |
|
Vertrouw je me? This sentence has been marked as perfect! |
|
Niet echt, ik mistrouw je. Niet echt, ik |
|
De hond is trouw aan zijn baas. De hond is trouw aan zijn baas(je). |
|
Trouwens vind ik je nieuwe schonen lueke. Trouwens, ik vind |
You need LangCorrect Premium to access this feature.
Go Premium