Vandaag is voor meij een goede dag.

Ik ben niet naar mijn werk gegaan, maar blijfen thuis gebleven.

Of: Ik ga niet naar mijn werk, maar blijf thuis.

Ik heeftb lekker lunch voor mezelf en mijn man gekookt.

Als je wilt vertellen dat de lunch lekker smaakte: Ik heb een lekkere lunch gemaakt.

Ook heb ik drie uur Nederlands gestudeertd.

Voltooid deelwoord eindigt alleen op een t als de laatste letter van de stam van het werkwoord op een klinker uit het woord 'kofschip' (of fokschaap) staat. De stam van studeren is studeer, de r staat niet in 'kofschip', dus een 'd' aan het eind.

Vanavond zal ik avondeten kooken: varkenskoteletten met aardappelen en dopewrwtjes.

Na een hulpwerkwoord (zal) gebruik je de infinitief (koken).
Het is gebruikelijker om te zeggen: Vanavond ga ik varkenskoteletten klaarmaken, of: Vanavond eten we varkenskoteletten.
Heb je er wel eens aan gedacht om minder vlees te eten? Daarmee help je om klimaatverandering tegen te gaan.

Ik zalga ook met mijn vrienden videogames spelen.

Vandaag is het voor meij een goede dag.

When talking about yourself use I (ik) and not me.

Ik ben niet naar werk gegaan, maarik blijf thuis.

Gaan means going right now, when it something that lies in the past use "ge'' before the verb. in this case ge-gaan.

Ik heeftb een lekkere lunch voor meijzelf en mijn man gekookt.

heeft is used to subscribe something that another person has, not when talking about yourself in the present form.

Ook heb ik drie uur Nederlands gestudeert.

Vanavond zalga ik avondeten kooken: varkenskoteletten met aardappelen en dopewrwtjes.

Ik zalga ook met mijn vrienden videogames spelen.