z0s0's avatar
z0s0

July 6, 2023

0
De ramp in Nederland

Gisteren heeft een vreselijke storm in Nederland geweest.
Ik ben door enkele overheidsmeldingen wakker geworden.
De bussen en vliegtuigen waren op tijd, als altijd. De treinen hadden geannuleerd geworden, als altijd.
Sommige boompjes waren kapot, arme boompjes.
Sommige auto's waren ook kapot, vooral vrachtwagens die op snelweg lagen.
Iemand zou kunnen denken dat ze slapen.
Meestal werk ik op kantoor, ik hou van werken op kantoor.
Maar gisteren was het gek om naar het kantoor te gaan.
Ik zou met de vogels kunnen vliegen en het is wel een verdrietig vooruitzicht.
Dus besloot ik thuis te blijven.
Vandaag was het echt stil en ik ging weer naar het kantoor. Het is goed om te weten dat iedereen veilig is. Hopelijk ben jij ook veilig!

Corrections

Gisteren heeftwas er een vreselijke storm in Nederland geweest.

De bussen en vliegtuigen waren op tijd, zoals altgewoonlijdk.

De treinen haddmoesten geannuleerd geworden, zoals altgewoonlijdk.

Sommige boompjes waren kapot, arme boompjes.

Sommige auto's waren ook kapot, vooral vrachtwagens die op snelweg lagen.

Iemand zou kunnen denken dat ze slapen.

Ik zou met de vogels kunnen vliegen en het is wel een verdrietig vooruitzicht.

Het is niet echt duidelijk wat je hier mee bedoelt.

Gisteren heeftis er een vreselijke storm in Nederland geweest.

“zijn” is een inaccusatief werkwoord, als in een werkwoord waarvan het onderwerp onvrijwilig is in theorie, in Nederlands wordt de voltooide tijd dan met “zijn”, niet met “hebben” als hulpwerkwoord gemaakt maar welke werkwoorden inaccusatief zijn is lastig. Men zegt bijvoorbeeld ook “Ik ben gevallen” niet “Ik heb gevallen” omdat vallen onvrijwillig is. En “Ik ben uitgegleden”. Maar werkwoorden die beweging aangeven zijn vaak accusatief als de bestemming niet is aangeven, en inaccusatief met bestemming. Men zegt dus “Ik heb gelopen.” maar “Ik ben naar het station gelopen”. Die laatste zin geeft ook altijd aan dat de actie voltooid is en men op het station is aangekomen. Het voltooid deelwoord van een inaccusatief werkwoord slaat ook altijd op het onderwerp, vandaar dat de voltooide vorm in feite dezelfde vorm als wat normaal de passieve vorm is volgt. Men kan dus niet zeggen “De geslapen kat” want “slapen” is niet inaccusatief ondanks dat onvrijwillig is, maar wel “De gevallen kat”. Welke werkwoorden inaccusatief zijn moet dus per werkwoord geleerd worden.

De “er” is niet strict noodzakelijk, maar maakt de zin aanzienlijk natuurlijker klinken. Waar Nederlanders wel of geen “er” plaatsen is een enorm lastig onderwerp waar boeken over geschreven zijn.

De bussen en vliegtuigen waren op tijd, zoals altijd.

In principe is deze zin grammatical, maar “zoals altijd” klinkt net iets natuurlijker.

De treinen haddwaren geannuleerd geworden, zoals altijd.

“worden” is ook inaccusatief. Men zegt dus sowieso “De treinen waren geannuleerd geworden” maar “annuleren” zelf heeft al de betekenis van “worden” er in dus dit volstaat. Deze zin is ook passief dus “de treinen waren geannuleerd” niet “hebben geannuleerd”. “zoals” is wederom niet strikt noodzakelijk, maar net iets natuurlijker.

Feedback

Het enige probleem wat ik hier zie is moeite met de voltooide vorm vormen dus hier weer hoe het werkt. In principe gebruikt Nederlands “hebben” om de voltooide vorm te vormen in active stem, en “zijn” in passieve stem, dus:
>Ik heb water gekookt
>Het water is door mij gekookt
>Ik heb gelachen
>Ik heb gelopen

Maar inaccusatieve werkwoorden zijn een uitzondering, die gebruiken de passieve vorm voor de actieve stem omdat ze zich in feite deels als werkwoorden gedragen die van zichzelf al een passieve betekenis hebben, dus:

>Het water is warm geworden
>Ik ben gestorven
>De kat is uitgegleden
>De steen is gevallen
>Ik ben naar het station gelopen

Er is in principe geen harde regel om te weten welk werkwoord inaccusatief is. Maar er zijn wat richtlijnen:
>Werkwoorden die een onvrijwillig actie aanduiden zoals “vallen”, of “uitglijden” zijn doorgaans inaccusatief
>Werkwoorden die beweging aangeven zijn doorgaans normaal accusatief, maar inaccusatief als er een bijwoordelijke bepaling bij staat die het eindpunt aangeeft.
>Als er een paar is van identieke werkwoorden waar een niet transitief is, zoals “Ik kook water.” tegen “Het water kookt” is de intransitieve versie bijna altijd inaccusatief. De “actieve” vorm van de vorige en de passieve van de laatste zijn dan identiek en betekenen ook hetzelfde.

Gisteren heeft een vreselijke storm in Nederland geweestplaatsgevonden.

De bussen en vliegtuigen waren op tijd, zoals altijd.

De treinen hadwerden geannuleerd geworden, zoals altijd.

Iemand zou kunnen denken dat ze slapen.

Gebruikelijker: Je zou nog denken dat ze slapen.

Ik zou met de vogels kunnen vliegen en het is wel een verdrietig vooruitzicht.

Don't know what you mean here.

De ramp in Nederland


Gisteren heeft een vreselijke storm in Nederland geweest.


Gisteren heeft een vreselijke storm in Nederland geweestplaatsgevonden.

Gisteren heeftis er een vreselijke storm in Nederland geweest.

“zijn” is een inaccusatief werkwoord, als in een werkwoord waarvan het onderwerp onvrijwilig is in theorie, in Nederlands wordt de voltooide tijd dan met “zijn”, niet met “hebben” als hulpwerkwoord gemaakt maar welke werkwoorden inaccusatief zijn is lastig. Men zegt bijvoorbeeld ook “Ik ben gevallen” niet “Ik heb gevallen” omdat vallen onvrijwillig is. En “Ik ben uitgegleden”. Maar werkwoorden die beweging aangeven zijn vaak accusatief als de bestemming niet is aangeven, en inaccusatief met bestemming. Men zegt dus “Ik heb gelopen.” maar “Ik ben naar het station gelopen”. Die laatste zin geeft ook altijd aan dat de actie voltooid is en men op het station is aangekomen. Het voltooid deelwoord van een inaccusatief werkwoord slaat ook altijd op het onderwerp, vandaar dat de voltooide vorm in feite dezelfde vorm als wat normaal de passieve vorm is volgt. Men kan dus niet zeggen “De geslapen kat” want “slapen” is niet inaccusatief ondanks dat onvrijwillig is, maar wel “De gevallen kat”. Welke werkwoorden inaccusatief zijn moet dus per werkwoord geleerd worden. De “er” is niet strict noodzakelijk, maar maakt de zin aanzienlijk natuurlijker klinken. Waar Nederlanders wel of geen “er” plaatsen is een enorm lastig onderwerp waar boeken over geschreven zijn.

Gisteren heeftwas er een vreselijke storm in Nederland geweest.

Ik ben door enkele overheidsmeldingen wakker geworden.


De bussen en vliegtuigen waren op tijd, als altijd.


De bussen en vliegtuigen waren op tijd, zoals altijd.

De bussen en vliegtuigen waren op tijd, zoals altijd.

In principe is deze zin grammatical, maar “zoals altijd” klinkt net iets natuurlijker.

De bussen en vliegtuigen waren op tijd, zoals altgewoonlijdk.

De treinen hadden geannuleerd geworden, als altijd.


De treinen hadwerden geannuleerd geworden, zoals altijd.

De treinen haddwaren geannuleerd geworden, zoals altijd.

“worden” is ook inaccusatief. Men zegt dus sowieso “De treinen waren geannuleerd geworden” maar “annuleren” zelf heeft al de betekenis van “worden” er in dus dit volstaat. Deze zin is ook passief dus “de treinen waren geannuleerd” niet “hebben geannuleerd”. “zoals” is wederom niet strikt noodzakelijk, maar net iets natuurlijker.

De treinen haddmoesten geannuleerd geworden, zoals altgewoonlijdk.

Sommige boompjes waren kapot, arme boompjes.


This sentence has been marked as perfect!

Sommige auto's waren ook kapot, vooral vrachtwagens die op snelweg lagen.


This sentence has been marked as perfect!

Iemand zou kunnen denken dat ze slapen.


Iemand zou kunnen denken dat ze slapen.

Gebruikelijker: Je zou nog denken dat ze slapen.

This sentence has been marked as perfect!

Meestal werk ik op kantoor, ik hou van werken op kantoor.


Maar gisteren was het gek om naar het kantoor te gaan.


Ik zou met de vogels kunnen vliegen en het is wel een verdrietig vooruitzicht.


Ik zou met de vogels kunnen vliegen en het is wel een verdrietig vooruitzicht.

Don't know what you mean here.

Ik zou met de vogels kunnen vliegen en het is wel een verdrietig vooruitzicht.

Het is niet echt duidelijk wat je hier mee bedoelt.

Dus besloot ik thuis te blijven.


Vandaag was het echt stil en ik ging weer naar het kantoor.


Het is goed om te weten dat iedereen veilig is.


Hopelijk ben jij ook veilig!


You need LangCorrect Premium to access this feature.

Go Premium